Fryslân Fans, Femke en Ilse Schotanus
Publicatiedatum: 2 oktober 2014
Reporter: Albert Hendriks – Friesland Holland Nieuwsdienst – www.friesnieuws.nl
Fryslân Fans
Femke en Ilse Schotanus
OLDELAMER (NL) – Wie door Friesland rijdt of vaart komt ze meermalen tegen: Friese paarden, Fryske hynders, in de wei. De kans dat er ook nog Fryske famkes op zitten is klein, behalve in Oldelamer, naast het natuurgebied de Rottige Meente in de gemeente Weststellingwerf.
Daar laten Femke (12) en Ilse Schotanus (14) geregeld de Friese merries Maeike (18) en Vemke (16) van vader Wiebe Schotanus uit in het land van een aardige buurman, een melkveehouder. Weiland dat er net bijna net zo mooi bij ligt als een voetbalveld en lekker lang is zodat de meiden gang kunnen maken. Stapvoets, in gestrekte draf of in galop, de paarden lijken de graszoden minder te vernielen dan voetballers met noppenschoenen. Femke en Maeike mogen de weiden van de buurman alleen gebruiken als het gras niet te lang is, anders wordt het platgetrapt en kan het niet meer goed gemaaid worden.
Wereldwijd beroemd icoon van Friesland
Friese paarden zijn wereldwijd bekende iconen, representatieve symbolen van de provincie Fryslân. De Koninklijke Vereniging ‘Het Friesch Paarden-Stamboek’ (KFPS) in Drachten is het oudste paardenstamboek in Nederland en beheert de belangen van het Friese paard. Het KFPS verwezenlijkt dit middels nauwgezette registratie van Friese paarden, sinds haar oprichting in 1879. Daarnaast voert het KFPS een fokprogramma om de unieke eigenschappen van het Friese paard —vorstelijke uitstraling, zeer betrouwbaar en lief — te behouden en nog verder te verfijnen.
Het KFPS is een internationaal stamboek met ruim 12.000 leden, waarvan zich bijna de helft in het buitenland bevindt. Het KFPS heeft leden in meer dan 50 landen terwijl het Friese paard in alle werelddelen voorkomt en inmiddels vertegenwoordigd is in meer dan 70 landen. De registratie van de buitenlandse paarden vindt, via locale aan het KFPS gelieerde verenigingen, plaats bij het KFPS in Drachten. Friese paarden in binnen- en buitenland worden, volgens KFPS-normen, door het KFPS opgeleide juryleden gekeurd.
De belangstelling voor het Friese paard is de afgelopen decennia enorm gegroeid tot een populatie van 70.000 geregistreerde paarden. Steeds meer paardenliefhebbers raken geïmponeerd door haar onderscheidende uitstraling, haar geschiktheid voor recreatief en sportief rijden en haar vriendelijke karakter.
600 Jaar black beauty’s
Het Friese paard is het enige inlandse paardenras van Nederland. Al in de 13e eeuw was het Friese type bekend. Door een consequent fokbeleid vertoont het Friese paard zoals we dat nu kennen, nog steeds de specifieke raseigenschappen en daardoor overeenkomsten met zijn verre voorouders. Kenmerkend voor de zwarte parels zijn het front, royale behang, zwarte kleur en ruime, krachtige, verheven gangen. De harmonieuze bouw en het edele hoofd, geplaatst op een lichtgebogen hals, volmaken de luxe en fiere verschijning. Het vriendelijke karakter is de sleutel tot een fijn gebruikspaard.
Veelzijdig gebruikspaard
Halverwege vorige eeuw werd het Friese paard voornamelijk gebruikt als trekpaard op de boerenbedrijven. Tegenwoordig worden ze gehouden voor recreatie, fokkerij en sport, vaak ook in combinatie met elkaar. Voornamelijk de dressuursport is zeer populair maar ook zeker in de men- en tuigsport is het Friese paard te vinden. Tussen gebruiksdoel en exterieur bestaat een nauw verband.
Het paard dat werd gebruikt voor de landbouw was kortbeniger en compacter, met een onderstandig voorbeen en een brede borst. Met deze brede borst kon het paard zich beter “in het tuig” werpen en zo meer trekkracht ontwikkelen. Deze exterieurkenmerken zijn tegenwoordig minder functioneel voor het rij-, tuig- of menpaard. Het zwaardere en kortbenige type komt nog wel voor omdat dit type jarenlang zo gefokt is en het meerdere generaties vergt voordat dit uit het ras verdwijnt.
Opwaartse bouw
Voor het rijden onder het zadel en voor de aangespannen sport is een functionele bouw heel belangrijk. Het paard dient een opwaartse romprichting te hebben. Door deze opwaartse bouw komt de gewichtsverdeling in beweging meer op de achterhand, waardoor het paard beter in staat is om te dragen met zijn achterhand. Voor een opwaartse bouw is een lang voorbeen van belang, maar ook de stand van het voorbeen. De stand van het voorbeen is gekoppeld aan de schouder, waarbij een schuine en lange schouder het paard de ruimte geeft het voorbeen ver weg te zetten.
Het tuigpaard heeft vaak een iets meer verticale halsrichting dan het rij- en menpaard. Voor alle types geldt dat het paard soepel door het hele lichaam moet bewegen, met een beweging die door een krachtige achterhand naar voren wordt overgebracht zodat het paard van voren kan rijzen, iets wat belangrijk is voor zowel het rijden onder het zadel als het rijden voor de wagen.
Voor een tuigpaard is veel knieactie gewenst — maar niet alleen, het moet gecombineerd worden met veel ruimte en een dragende achterhand — terwijl voor een rijpaard en ook een menpaard, veel knieactie niet altijd gewaardeerd wordt. Voor alle doeleinden zijn correcte beenstanden een “must”.
Van koetspaard naar sportpaard
Het Friese paard heeft zich de laatste decennia steeds meer als sportpaard ontwikkeld, waarbij het in wezen weer terugkomt bij het type van vóór de landbouwperiode toen de Fries een luxe en snittig koetspaard was. Door de eigen functionele eigenschappen van het ras kan het zich tegenwoordig tot op het hoogste niveau meten met andere rassen. En natuurlijk heeft de Fries, door haar glanzende gitzwarte haar en kenmerkende raseigenschappen, net even meer uitstraling!
Bron van informatie:
Koninklijke Vereniging ‘Het Friesch Paarden-Stamboek’ (KFPS) te Drachten
Meer informatie:
www.kfps.nl