Heerlijkheid De Eese en de Woldberg: fietsparadijs tussen Wolvega en Steenwijk
De ene verrassing na de andere op de grens van Friesland en Overijssel
Heerlijkheid De Eese en de Woldberg:
fietsparadijs tussen Wolvega en Steenwijk
WOLVEGA/STEENWIJK (NL) – Landgoed De Eese is een bijzonder fraai Middeleeuws landgoed ten noorden van de vestingstad Steenwijk, pal tegen de zuidgrens van Friesland. Velen hebben er geen weet van en laten het, rijdend op de A32, links of rechts liggen. Het parkachtige en licht glooiende boscomplex is doorsneden met magnifieke lanen en slingerende paden en vormt een geheel met de Woldberg van Staatsbosbeheer aan de zuidkant. Heuveltje op, heuveltje af. Hier en daar denk je in een oerbos te zijn. De historische bospercelen worden meermalen onderbroken door voormalige en nog als zodanig in gebruik zijnde landbouwgronden.
Rondom De Eese ligt een tot ver over de provinciegrens reikende brede zoom van groene weiden met historische boomwallen en zandpaden. Voor een uitgebreide kennismaking is een hotel, camping of camperplaats in Wolvega de ideale uitvalsbasis. Dit centrum van het vierprovinciënland (Friesland, Overijssel, Drenthe en Flevoland) biedt liefhebbers van natuur, cultuur én de geschiedenis van Nederland gegarandeerd een onvergetelijke meerdaagse fiets- of wandelvakantie. De arrangementen staan op www.frieslandtravel.com en www.frieslandfietsvakanties.com, websites van Friesland Holland Travel Service, de reisorganisatie van het bureau voor toerisme van Fryslân.
Heerlijkheid
Het adellijke terrein is grotendeels eigendom van de familie Van Karnebeek, nazaten van jonkheer mr. Herman A. van Karnebeek, die onder andere minister van Buitenlandse Zaken van Nederland was van 1918 tot 1927. Een klein deel is van Staatsbosbeheer.
De Eese is rondom met palen met de tekst ‘Heerlijkheid De Eese’ begrensd. Je kunt er naar hartelust fietsen (ook mountainbiken), wandelen en paardrijden. De variatie in het terrein is groot en er zijn talrijke locaties om even stil te staan van de schoonheid van de natuur. Bezoek vooral de 26 meter hoge Woldberg, net als de Havelterberg een stuwwal uit de voorlaatste ijstijd, en beklim de daarop staande uitkijktoren die 24 meter hoog is (131 treden). Dit punt biedt een schitterend uitzicht op het zuiden van Friesland, De Eese en Steenwijk. De oude stad is ook zeer bezienswaardig, evenals het nabijgelegen Giethoorn in Nationaal Park Weerribben-Wieden, waar je een elektrobootje kunt huren voor een expeditie door het dorp en het omringende moerasland, ontstaan door de winning van turf, vroeger dé brandstof in Nederland.
UNESCO Werelderfgoed
Al fietsend kom je zonder het te merken terecht in de niet minder fraaie omgeving van Willemsoord (Overijssel), Frederiksoord, Wilhelminaoord (Drenthe) en Peperga, Steggerda, Vinkega en Noordwolde (Friesland). De drie eerstgenoemde plaatsen zijn, net als het noordelijker gelegen Veenhuizen in Drenthe, koloniën van Weldadigheid, voortgekomen uit activiteiten van de in 1817 opgerichte Maatschappij van Weldadigheid. In Museum Koloniehof in Frederiksoord wordt de zeer interessante geschiedenis uit de doeken gedaan.
In 2018, precies tweehonderd jaar na de oprichting van de eerste Kolonie, werd verwacht dat de zeven Nederlandse en Belgische Koloniën met hun typische cultuurlandschap samen Unesco Werelderfgoed zouden worden. De plaatsing op de Werelderfgoedlijst laat echter nog even op zich wachten. De eisen zijn namelijk zeer hoog. In Friesland staan het Ir. D.F. Woudagemaal in Lemmer en de Waddenzee op de lijst. Het voormalige eiland Schokland, in de Noordoostpolder in de provincie Flevoland, is ook UNESCO Werelderfgoed.
Om in aanmerking te komen als Werelderfgoed, moet een “site” aan een aantal voorwaarden voldoen. Het moet gaan om een monument, gebied of landschap met een uitzonderlijke cultuurhistorische of een natuurwaarde. De locatie moet een bijzondere, universele waarde hebben, en moet ook onvervangbaar en uniek zijn. Dat alles moet je bewijzen met een lijvig nominatiedossier. Het dossier van de Koloniën van Weldadigheid is in januari 2017 ingediend door het Nederlandse Rijk vanuit een internationale samenwerking tussen Nederland en België.
Cultuurhistorische Buitenplaats.
‘Heerlijkheid De Eese’ is een zeer afwisselend gebied met bos (ruim de helft: 440 hectare), lanen en heidevelden, monumentale gebouwen (o.a. een kasteeltje, een havezate) en landbouwgronden (360 hectare). Vanwege de bijzondere gebouwen en de karakteristieke lanenstructuur is de bebouwingskern van het landgoed, circa 80 hectare, officieel een Cultuurhistorische Buitenplaats.
Rendierjagers
De eerste bewoners van de streek De Eese en het dorp Eesveen waren rendierjagers uit het Mesolithicum. Het Mesolithicum (middensteentijd) is een aanduiding voor een cultuurperiode in Europa die begint na het aflopen van de laatste ijstijd ca. 10.500 v.Chr. en eindigt wanneer een samenleving overschakelt op landbouw en veeteelt en tal van nieuwe technologieën ontwikkelt of overneemt (Neolithicum).
Op De Eese vind je veel zwerfkeien uit de laatste ijstijd. 21.000 jaar geleden was het hier min 30 en woei het er hard. Er bevinden zich ook enkele grafheuvels van ca. 5.000 jaar geleden. Grafheuvels zijn prehistorische graven, net als de hunebedden in het naburige Havelte, maar dan zonder grote zwerfkeien. Op De Eese was ook een hunebed, maar die is in de 19-de eeuw helaas gesloopt. In de grafheuvels werden de doden zittend of hurkend met gebruiksvoorwerpen begraven.
Jagen, vissen en verzamelen waren de middelen van bestaan van de mensen in Mesolithische culturen, die doorgaans als rondtrekkende jager-verzamelaars leefden. Nederzettingen zijn zeldzaam en meestal tijdelijk. Toendra-achtige gebieden met bossen en uitgestrekte hoogvenen bepaalden destijds het landschap van De Eese.
Boeren
Vanaf zo’n 300 voor Christus gingen de mensen landbouw en later ook veeteelt bedrijven. Vanaf deze periode is al ontbossing bekend en beïnvloedde de mens het landschap, waarbij o.a. bosweiden ontstonden. Omstreeks 1400 werd de schapenhouderij geïntroduceerd en ontstond op de middelhoge zandgronden langzamerhand het heide-potstalsysteem. Heide was destijds een waardevol bezit omdat daar plaggen konden worden gestoken die vermengd met schapenmest uit de stal op de essen rond de dorpen werden gedeponeerd, waar de eerste grote boerderijen ontstonden. Pas met de introductie van kunstmest aan het einde van de 19e eeuw verloor de heide z’n waarde voor de landbouw.
Open boslandschap
Op de hogere delen van het landschap, waartoe ook een deel van de Eese behoort, waren tot de vroege Middeleeuwen rijke bossen met eik en linde aanwezig. Hier ontstond een open boslandschap, waar beweiding met vee plaatsvond.
Vanaf 1500 werden de bossen steeds meer geëxploiteerd en degradeerden zij naar een type bos met steeds meer eik, dat beter tegen begrazing bestand was en eikels leverden voor de varkens.
Door overexploitatie (begrazing en houtoogst) werden al heel vroeg in de geschiedenis wettelijke maatregelen genomen om bossen veilig te stellen.
Heerlijkheid De Eese
De eerste bewoning op de Eese was volgens oude geschriften aanwezig in de twaalfde of dertiende eeuw, maar daarover bestaat geen duidelijkheid. In 1241 wordt ridder Bernard van de Eeze in de geschriften genoemd. In 1371 werd de Eese (destijds de Eeze) als havezate, of havezathe, beschreven. Een havezate is een grote, meestal versterkte boerderij met land — ook wel hofstede, hof of hoeve genoemd — in de graafschap Zutphen, Overijssel en Drenthe. In Overijssel, waartoe Steenwijk en De Eese behoren, waren wel 120 havezates, in Drenthe maar 18. Veelal was het bezitten van een havezate verbonden aan het lidmaatschap van een ridderschap. Vergelijkbare adellijke huizen zijn de stinzen en staten in Friesland en de borgen in Groningen.
‘Heerlijkheid Eese’ is rond 1400 uit een havezate voortgekomen. Deze ‘Heerlijkheid’ hield in dat men zelfstandig recht mocht spreken, los van het centrale gezag in Steenwijk. Dit recht of overheidsgezag had men in leen van de landvorst, de graaf of de hertog.
Later ging ‘Heerlijkheid’ ook het gebied aanduiden waarover het gezag zich uitstrekte. In 1443 kreeg de Heerlijkheid de Eese het recht een wapen te voeren. De Eese was toen een bescheiden gehucht, van een esachtig type met enkele huizen. Het nabijgelegen dorp Eesveen is vanuit de Eese gesticht doordat de boeren zich in de veertiende eeuw afscheiden van de Heerlijkheid.
Conflicten
In de 15-de, 16-de en 17-de eeuw waren er vele conflicten tussen boeren rondom De Eese en de vrouwe van de Eese. In 1621 ontstonden geschillen over turfwinning, destijds een belangrijke economische inkomstenbron aan de randen van De Eese. Pas in 1683 werden al deze geschillen opgelost.
De eigenaren van de Eese hadden met de ‘Heerlijkheid’ een bijzondere vorm van zelfbestuur, die voortduurde tot 1795. In de Franse periode (1795-1813) werd de staatsinrichting van de republiek der Nederlanden volledig veranderd en werden de ‘heerlijke rechten’ afgeschaft.
De huidige eigenaren
In 1923 werd de Eese gekocht door jonkheer mr. H.A. van Karnebeek, destijds minister van Buitenlandse Zaken. De toenmalige eigenaar, Onnes van Nijenrode, was een koffiehandelaar die in staat van faillissement verkeerde. Vanaf 1943 is het landgoed het bezit geworden van meerdere leden van de familie van Karnebeek. Thans zijn de aandelen in het bezit van de 4e generatie van de familie.
Exploitatie van het landgoed
Direct na de aankoop van De Eese werd door Herman A. van Karnebeek een landbouwbedrijf opgericht, ter exploitatie van het landgoed. De vorige eigenaar had er al een begin mee gemaakt. Aanvankelijk kleinschalig en beperkt tot de kern van de Eese. In 1923 was de strook langs de Westvierdeparten en het Nijenslekerveld nog heide. Het landbouwbedrijf werd in de loop der jaren langzamerhand uitgebreid, waarbij de heide (aanvankelijk nog handmatig) werd ontgonnen. Het Nijenslekerveld aan de Drentse zijde van de Eese werd pas in de jaren 1948-1950 voor de landbouw gereed gemaakt. Door de schaalvergroting van het landbouwbedrijf (in de jaren ’60 was reeds 270 ha landbouwgrond in gebruik) werd een economisch rendabel perspectief geboden. Met het oog op de continuïteit werd in 1994 de Exploitatiemaatschappij De Eese BV opgericht, die de landbouwgronden exploiteerde en die deze huurde van de kort daarna opgerichte Natuurschoonwet BV Landgoed Heerlijkheid de Eese. Door deze fiscaal-juridische constructie werd verdere eigendomssplitsing voor vererving na het overlijden van eigenaren voorkomen, waardoor De Eese duurzaam kon voortbestaan als familielandgoed.
Landbouwgrond wordt natuur
Vanwege onvoldoende toekomstperspectief in de akkerbouw, is in 2004 besloten om het akkerbouwbedrijf te beëindigen. In 2005 zijn de laatste machines verkocht en is men gestart met een heroriëntatie op de toekomst. In 2006 is in nauw overleg met de aandeelhouders een visie ontwikkeld voor een duurzame toekomst voor het landgoed, gericht op de creatie van een groot aaneengesloten natuurterrein door de omvorming van ca. 255 hectare landbouwgrond, grotendeels naar natuur.
Bronnen en meer info:
www.deeese.nl
www.kolonienvanweldadigheid.eu
www.welkomtoenwelkomnu.nl/koloniehof/
www.goudenfriesewouden.nl
www.np-drentsfriesewold.nl
www.np-weerribbenwieden.nl
https://www.staatsbosbeheer.nl/Natuurgebieden/steenwijkerwold
De Eese, Woldberg en Friese Wouden-arrangementen:
www.frieslandtravel.com
www.frieslandfietsvakanties.com
Friesland Holland Travel Guide & Tourist Atlas en kaart bestellen?
www.frieslandhollandwebshop.nl
Vakantiebestemming Friesland Holland (Best in Travel 2018 volgens Lonely Planet):
www.provinciefriesland.frl
Arrangementen van bureau voor toerisme van Fryslân:
www.frieslandtravel.com
www.frieslandfietsvakanties.com
Gratis abonnement op Fries Nieuws:
Kosteloos abonnement op wekelijkse nieuwsbrief over toerisme, recreatie en evenementen in Friesland: www.friesnieuws.nl/aanmelden-nieuwsbrief