Fryslân Fan Peter Appelhof
Publicatiedatum: 6 december 2012
Reporter: Albert Hendriks – Friesland Holland Nieuwsdienst – www.friesnieuws.nl
Fryslân Fan
Peter Appelhof
Museum Willem van Haren in Heerenveen is directieloos — secreataris R. Leenes staat tijdelijk aan het roer — maar dat betekent niet dat er niemand meer is die goed op de spullen past. Peter Appelhof, de technicus van het museum, let vooral nu extra goed op de Heerenveense kostbaarheden, zoals de schitterende maquette van de sportstad toen het vooral nog een “veengat” was.
Fryslân Fan Appelhof is één van de constructeurs van de grootste maquette van Nederland. Hij bouwde talrijke huizen en bedrijfsgebouwen van rond 1830 op schaal na. Op de foto heeft hij het schaalmodel van Crackstate in handen, het gemeentelijke slotje in het centrum van Heerenveen.
De maquette is de blikvanger van het museum met 365 panden en een totale oppervlakte van 60 vierkante meter. De heer Appelhof brengt de maquette tot leven door een uniek multimedia spektakel. Zo kun je de lantaarnopsteker van Schoterland volgen op zijn ronde door Heerenveen, op bezoek gaan in het atelier van kunstschilder Dirk Piebes Sjollema of luisteren naar het lied van de Westfaalse ‘lapkepoep’, die op kroegentocht gaat.
Museum Willem van Haren
Museum Willem van Haren vertelt het verhaal van de rijke heren van het veen en de armoede onder de veenarbeiders, van de vorstelijke allure van Oranjewoud, van sporthelden als Abe Lenstra en Heerenveense bedrijven als Batavus en Koninklijke Smilde.
Het museum is verrassend veelzijdig: een boeiende vaste presentatie met de grootste stadsmaquette van Nederland, steeds wisselende tentoonstellingen en andere publieksactiviteiten, hedendaagse beeldende kunst in de kunstruimte, een beeldentuin en een museumwinkel ingericht als 19de-eeuwse apotheek.
Het Ferdinand Domela Nieuwenhuis Museum is onderdeel van Museum Willem van Haren. Het museum geeft een beeld van het leven en werk van Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919): dominee, vrijdenker, socialist, anarchist en antimilitarist, maar voor alles strijder tegen maatschappelijk onrecht.
Heerenveen dankt zijn bestaan aan het veen en drie ‘heeren’. Zij richtten in 1551 de Schoterlandse Veencompagnie op. De compagnie kocht 6.500 hectare hoogveen in Zuidoost Friesland aan en liet deze afgraven. Turf is in die tijd de belangrijkste brandstof. Heerenveen groeide snel: aan de verkoop van het ‘bruine goud’ werd veel geld verdiend.
Rond 1750 voeren Gietersen – verveners uit Noordwest Overijssel – een nieuwe methode van vervening in. Met de baggerbeugel groeven zij het veen tot ver onder de waterspiegel uit. De lage vervening had grote gevolgen. Er ontstonden uitgestrekte waterplassen. Storm en oeverafslag maakten de veenplassen nog groter en overstromingen waren het gevolg. De bevolking verarmde. Vierhonderd jaar turfwinning en de daaropvolgende inpoldering en ontginning hebben het landschap rond Heerenveen een geheel eigen karakter gegeven.
De heren van het veen lieten in de 17de en 18de eeuw fraaie huizen in Heerenveen bouwen. De vaste presentatie van het museum begint in het Van Helomahuis, gebouwd in het begin van de 17de eeuw en eeuwenlang eigendom van de adellijke familie Van Heloma.
In het Van Helomahuis vindt men de hoogtepunten uit de geschiedenis van Heerenveen. Pronkstukken én alledaagse voorwerpen: de oprichtingsakte van de Schoterlandse Veencompagnie, de archiefkast van de grietenij Schoterland, het portret van Willem van Haren, een reclamebord van Batavus, een pakje vet van Koninklijke Smilde, de typemachine van Cissy van Marxveldt en schilderijen van bekende Heerenveense kunstenaars als Jan Mankes (1889-1920) en Boele Bregman (1918-1980).
Het museum beschikt over een aantal museumzalen, net als het Heerenveense landschap met een eigen karakter. In deze zalen wordt de vaste collectie gepresenteerd. Tijdelijke tentoonstellingen worden gehouden in de expositiezalen, waar ruimte is voor kunst en cultuur in alle vormen.